>

De Uskoken op rooftocht.


Oude verhalen - Deel II - pagina 4 - pagina 5

Wel was er te Segna (Senj) een hoofdman, die in naam van de Keizer het gezag uitoefende, maar hij was altijd met de rovers in verstandhouding. Als de Uskoken van een strooptocht terugkeerden werden schijnbaar de poorten der stad voor hen gesloten, en soms zelfs de kanonnen van de wal op hen afgevuurd, maar 's nachts liet men hen binnen en deelden met hen de buit.

Het was inderdaad een onoplosbare kwestie.Als Venetië Segna (Senj) ter zee wilde aanvallen, zoals het met behulp der scogliari kon doen, dan waren de Turken dadelijk gereedom die aanval van de landzijde te ondersteunen maar de Keizer van Duitsland, op wiens grondgebied de stad lag, wilde die schending van zijn staten niet toelaten. Op zeker ogenblikechter trok Assan, pâsja van Bosnië, naar Segna (Senj) op maar hij kon dit natuurlijk niet doen, zonder de grenzen van Kroatië te overschrijden. Oostenrijk greep naar de wapens. Assan werd verslagen, de Porte kwam hem te hulp en de oorlog, die aanvankelijk alleen Segna (Senj) gold, duurde twaalf jaren.

Venetië, de loop der zaken aandachtig gadeslaande, versterkte zijneilanden, die steeds bedreigd werden. De republiek was nu niet langer beducht voor de piraten, maar voor haar erfvijanden, de Turken. Haar onzijdigheid was niet naar de zin van Oostenrijk, dat de Uskoken nu niet langer in bedwang hield. Deze verplaatsten daarop het toneel vanhun werkzaamheid en stroopten wijd en zijd in Istrië en Dalmatië, onder bescherming van de keizerlijke vlag. Tastte de republiek hen aan, dan liep zij gevaar met Oostenrijk in oorlog te geraken. De republiek aarzelde en beperkte zich tot de verdediging van haar havens. Eindelijk bleek het de Keizer toch te erg en hij wilde aan de verwoestingen een einde maken, nodigde de republiek plechtig uit, gezanten af te vaardigen, die getuigen zouden zijn van zijn strafoefening.

De opperhoofden der Uskoken werden te Segna (Senj) zelf gevangen genomen en zonder verschoning opgehangen. De piraten werden ontwapend en de venetiaanse onderdanen, die onder hen gevonde werden, aan de republiek teruggegeven.Men liet in de stad slechts honderd ongewapende Uskoken en een paar honderd anderen werden naar Kroatië verjaagd.De overigen verspreidden zich. Maar dat handvol mannen, in de bossen verscholen, sloeg de vijand nauwlettend gade en nog eer de keizerlijke stadhouder Segna (Senj) verlaten had, drongen zij 's nachts de stad binnen, belegerden hem in zijn huis en vermoordden hem. Op dit bericht keerden de vluchtelingen en de opgejaagde booswichten zo spoedig mogelijk terug; en het oude leven begon opnieuw.

Dit gebeurde omstreeks 1602: in deze tweede periode van hun geschiedenis ging het aantal der Uskoken nog geen zeshonderd man te boven, en die kleine schaar hield zich staande tegenover drie mogendheden met hun vloten en legers. Deze geschiedenis is bijna nog zonderlinger dan de stoutste vertelling. Eens hebben zij een kleine havenstad geplunderd en om hun buit te vervoeren, maken zij zich meester van de ganse vissersvloot van Sebenico, en laten de schuiten zinken, tot zij ze niet meer nodig hebben. Tegelijkertijd drijven zij de stoutmoedigheid zo ver, dat zij met niet meer dan honderdvijftig manschappen, een aanslag wagen op het machtige Pola (Pula). >>> pagina 5






desktop
Logo Made in Flanders vandaag 3-12-24, laatst aangepast op 06-12-15. © Hans Van Mulders