Het eiland KrkOude verhalen - Deel III - pagina 3 - pagina 4 Van al deze eilanden is Veglia (Krk) het vruchtbaarste en meest bevolkte.Het ligt onder de kust van Kroatië, waarvan het door het kanaal van Maltempo is afgescheiden. Op de kaart schijnt dit kanaal smal en gemakkelijk over te steken, maar dit is inderdaad niet het geval want de vaart van het ene eiland naar het andere in een vissersvaartuig, is een hele reis. De bevolking van het schone eiland, tussen vijftien kleine stadjes en meer dan vijftig dorpjes en gehuchten verdeeld, bedraagt ongeveer vijfentwintigduizend zielen. De inwoners leggen zich minder dan die van Cherso (Cres) op de zeevaart toe en zijn ook minder welvarend, ondanks de uitstekende vruchtbaarheid van de grond. Van het eiland Veglia (Krk) ontvangt Fiume (Rijeka) schier al zijn benodigdheden: koren, olie, wijn, heerlijke vruchten. Wij steken van Porto-Re de straat over naar Castelmucchio; langs een zeer moeilijke en vermoeiende weg, alleen bruikbaar voor voetgangers of voor de kleine zenuwachtige zeer vlugge paarden, die op het eiland geboren en ook naar elders uitgevoerd worden, wandelen wij, dwars door het eiland heen, naar het stedelijke Veglia (Krk). Die kleine havenstadjes gelijken allen op elkander. Zij zijn allemaal gebouwd aan een door de natuur gevormde inham van de hoge kust, een kalme baai, die door de omringende bergen tegen de aanvallen van de geduchte bora beveiligd wordt. Langs de oever, half tegen de berghellingen opklimmend, groeperen vlek, half handelsstad, half vissersdorp. De geschiedenis van het eiland Veglia (Krk) is zeer belangwekkend en rijk aan afwisseling. Sinds de vroegste tijden, waarvan de kronieken melding maken, was dit eiland een zelfstandige republiek waarvan de magistraten gezamenlijk door de edelen en de plebejers, ieder voor een deel, werden verkozen. Aan het hoofd van het uitvoerend bewind stond de hoogste overheidspersoon, met de titel van Graaf, die voor een jaar gekozen werd. Doch daar het eiland telkens aan de aanvallen der zeerovers bloot stond en reeds herhaaldelijk de bescherming van Venetië had moeten inroepen, gaf de kleine republiek zichzelf, in de twaalfde eeuw, vrijwillig aan Sint-Marcus. In 1260 tijdens het bestuur van de Doge Rainero Zeno, werd het eiland, door de regering van Venetië, tot een leen verklaard ten behoeve van de broeders Zuane schinella, patriciërs van adel. Zonder van zijne rechten of bezittingen afstand te doen, verklaarde de Senaat het gezag over het eiland erfelijk in deze familie, die de titel had aangenomen van graven van Frangipani. Omstreeks diezelfde tijd zwierf Bela IV, de verdreven Koning van Hongarije, door de Turken achtervolgd, als vluchteling langs de naburige kust.Hij zocht en vond een schuilplaats op Veglia (Krk). De inwoners, vreesden dat de Turken hen zouden overvallen, hielpen nu Bela een leger bijeen brengen .De onttroonde Koning stak daarmede naar de vaste wal over, verjoeg de Turken en herwon het land. Ter beloning voor de bewezen hulp, gaf Bela aan de Frangipani de stad Segna (Senj) te leen. Toen vormde zich een Hongaarse partij op Veglia (Krk), en het eiland zei de gehoorzaamheid aan Venetië op. Maar de Senaat duldde geen verzet van de zijde van koloniën: hij vaardigde gezanten af naar graaf Zuane, die weigerde zich te onderwerpen. Welhaast uit zijn bezittingen verdreven, moest Zuane een wijkplaats zoeken in Segna (Senj), en de standaard van Sint-Marcus wapperde opnieuw op het eiland. De macht der Frangipani ging stilaan te gronde. Volgens een vrij algemeen verspreide overlevering, zouden de inwoners van Veglia (Krk), eeuwen lang de herinnering aan de Frangipani hebben bewaard en ter gedachtenis aan dit geslacht, de gewoonte aangenomen hebben om bij wijze van rouw, donker gekleurde klederen te dragen. Veglia (Krk) heeft een eigen bisschop;ik was ook getroffen door het groot aantal priesters, die ik op het eiland ontmoette. Ook dat is trouwens nog een herinnering uit de tijd der Venetianen. Men vond in de golf van Quarnero (Kvarner) een aantal kloosters, merendeels door de rijke patriciërs gesticht en mild begiftigd. Nu nog ontwaart de reiziger, die deze eilanden doorkruist, hier en daar op een eenzame plek, op een schilderachtige heuveltop, een eerwaardig kloostergebouw, op wiens muren nog het fiere blazoen van Sint-Marcus prijkt. >>> pagina 4 |