>

Dalmatische geschiedenis.


Oude verhalen - Deel IV - pagina 2 - pagina 3

De bodem is dor, hard, steenachtig, dikwijls voor bebouwing ongeschikt; in sommige streken, zoals bij voorbeeld tussen Zara (Zadar) en Knin, vindt men op een uitgestrektheid van vijf of zes mijlen, nergens bouwland.Ternauwernood bespeurt men hier en daar, op de toppen der heuvelen, of tussen de rotsen, enige dwergachtige, schrale bomen. Kudden van klein, mager vee vormen schier al de rijkdom van het land. De Dalmatiër, hoezeer matig en arbeidzaam van aard, aan inspanning gewend, heeft toch dikwijls moeite om in zijn onderhoud te voorzien. De oude bossen van Dalmatië, die nog in de atlas van Coronelli, de geograaf der doorluchtige Republiek, voorkomen, bestaan tegenwoordig niet meer tenzij dan in de gedaante van doornig struikgewas. De vernieling van deze bossen wordt hoofdzakelijk toegeschreven aan de geiten, die de jonge scheuten der bomen afknabbelen.Toen in het begin van deze eeuw, de Franse troepen Dalmatië bezetten, bedroeg het getal van deze dieren, naar men zegt, niet minder dan elfhonderd duizend. Tijdens het Venetiaanse bestuur bestonden er bepalingen, waarbij het getal der geiten werd beperkt en regelen gesteld voor het weiden.

Het land is arm, maar de bevolking is wel de aandacht waard. Naar men zegt, sterven vele kinderen, ten gevolge der heersende armoede, op zeer jeugdige leeftijd. De sterkeren alleen blijven in leven, en zodoende verbetert het ras. De bevolking van Dalmatië is sterk, moedig, prikkelbaar en vatbaar voor geestdrift. De bewoners zijn voor het merendeel zeer onwetend, maar zo het hun aan kennis ontbreekt, bezitten zij daarentegen de vrij wat kostelijker gaven van eenvoud des harten, oprechtheid en onwankelbare loyaliteit. Men heeft Dalmatië, niet ten onrechte, het land der deuren zonder sloten genoemd. Diefstal is onbekend terwijl de misdrijven, welke hier voorkomen, die van mannen zijn,die gewoon zijn hun tegenstander in het aangezicht te weerstaan, en die gruwen van lafheid en huichelarij. Deze grote, stevig gebouwde, sterk gespierde Dalmatiërs, met hun edele gelaatstrekken en hun krijgshaftig voorkomen, zijn niettemin lui en zorgeloos.Hun vrouwen moeten de zwaarste arbeid verrichten, terwijl de mannen rustig zitten te roken. Zij zorgen niet voor de dag van morgen, en spaarzaamheid is hun een bijna onbekende deugd. Nog in de laatste tijd volgde, op jaren van betrekkelijk overvloedige oogst, een enkel jaar van misgewas: dadelijk heerste alom de grootste ellende. Niettemin was de veiligheid in het door de honger geteisterde land niet minder volkomen dan vroeger.

Het aantal reizigers, die het land in alle richtingen hebben doorkruist, is niet groot, en daar men dit niet anders dan te voet of te paard kan doen, is het aantal van hen, die een beschrijving van hun reis het licht hebben gegeven, nog geringer. Dalmatië is geen land voor onze moderne toeristen, die zich niet gaarne blootstellen aan de ongemakken van een reis in een streek, waar men soms honger en dorst kan lijden en bijna geen van de gemakken vindt, waaraan het leven ons gewend heeft. Echter kan men, met enige zorg zijn dagreizen berekenen,welhaast zeker zijn, dat men bijna altijd gelegenheid zal vinden om behoorlijk te overnachten en in een bed te slapen. >>> pagina 3






desktop
Logo Made in Flanders vandaag 29-3-24, laatst aangepast op 06-12-15. © Hans Van Mulders