Kroatië in het tweede Joegoslavië(deel 2) (deel 1)Het klimaat werd steeds grimmiger. Milosevic liet steeds meer nationalistische geluiden horen over Servië, Servië moest terug groot worden.. er moesten weer veldslagen uitgevochten worden voor Servië... Franjo Tudman sprak over het 'staat' maken van Kroatië. Een oorlogsklimaat was geboren. Begin van het einde In maart 1990 kwam het Joegoslavisch Volksleger samen met het 'Presidentschap van Joegoslavië' (een achtkoppige vergadering bestaande uit een delegatie van de zes deelrepublieken en de 2 autonome provincies). De bedoeling was om de noodtoestand uit te roepen om zo de controle over het land te kunnen overnemen (door de Serviërs via het leger). De vertegenwoordigers van Kroatië (Stipe Mesic), Slovenië (Janez Drnovšek), Macedonie (Vasil Tupurkovski) en Bosnie (Bogic Bogicevic) stemden tegen, de anderen stemden voor. Een patstelling dus. Op 22 april 1990 werden de eerste vrije verkiezingen gehouden in Kroatië. De tweede ronde werd gehouden op 6 mei. De HDZ (De Kroatische Democratische Unie) onder leiding van Franjo Tudman won de verkiezingen met 60 % van de stemmen. HDZ werd financieel vooral gesteund door Kroaten die buiten Kroatië leefden, gevlucht na de Tweede Wereldoorlog (en later tijdens het regime van Tito). Niettegenstaande dat de 'oud-Ustasi' meer gemeen hadden met de HSP (Kroatische partij voor het Recht) haalde deze laatste slechts een 5% van de stemmen. De intenties van de HSP waren het verstevigen van de onafhankelijkheid van Kroatië, zonder daarbij de optie van een volledige afscheuring uit te sluiten. Dr. Franjo Tudman Het nieuwe Kroatische Parlement hield zijn eerste zitting op 30 mei 1990. President Dr. Franjo Tudman kondigde daar zijn plannen aan van politieke, economische en sociale hervormingen. De goedkeuring van de nieuwe grondwet moest wachten tot 22 december van dat jaar. In de zomer van 1990 rebelleerden, Serviërs van de berggebieden tegen de Bosnische grens en vormden een autonome republiek Krajina (Krajina betekent grens en deze streek stamt nog uit de tijd dat zij grens en buffer vormde tegen de Ottomanen. Dit is ook de reden waarom er op die plaats veel Serviërs woonden). De Kroatische regering reageerde hierop door een politiemacht te sturen om de orde te herstellen, maar de helikopters die de politiemensen vervoerden werden gedwongen om te landen door jets van het Joegoslavisch leger (JNA). Wat de rol van het JNA ook was, het hielp alleen maar om de barst te vergroten. De Kroaten zagen alleen maar dat de Servische regering de rebellen in Kroatië hielp met materieel, manschappen en geld. De Serviërs geloofden dat de Servische regering enkel maar de Serviërs te hulp kwamen die onderdrukt werden in Kroatië. Het conflict escaleerde en Krajina-Serviërs blokkeerden de wegen naar de toeristische bestemmingen in Dalmatie. Zo goed als alle Kroaten in 'Krajina' werden of vermoord of moesten hals over kop vluchten. Duizenden kwamen terecht in vluchtelingenkampen. Vele honderden werden ondergebracht in de dan al leegstaande hotels in Istrië en Kvarner. |